Duizenden Oekraïense kinderen die met hun ouders naar Nederland zijn gevlucht, dreigen hun moedertaal straks onvoldoende machtig te zijn. Dat kan hun terugkeer naar Oekraïne straks bemoeilijken, vreest de Oekraïense ambassadeur Oleksandr Karasevitsj. Hij vraagt het kabinet om hulp bij Oekraïense taallessen in de Nederlandse vluchtelingenopvang.Het probleem speelt vooral bij Oekraïense vluchtelingen die op jonge leeftijd naar Nederland kwamen, zegt Karasevitsj in een interview met deze krant/site. ,,Ik ben bang dat zij over een paar jaar niet of nauwelijks meer kunnen schrijven of zelfs praten in het Oekraïens. Zij moeten niet vervreemd raken van ons land. Als de oorlog voorbij is, hebben we hen hard nodig.”
De ambassadeur heeft zijn zorgen donderdag gedeeld tegenover staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie). Een woordvoerder van de VVD-bewindsman bevestigt het gesprek en zegt dat de kwestie komende tijd verder besproken wordt.
Gevluchte Oekraïense kinderen gaan net als asielzoekerskinderen naar een Nederlandse school, vaak eentje die speciaal bedoeld is voor nieuwkomers. Daar wordt geen Oekraïense les gegeven. Om in die leemte te voorzien, zijn in Nederland wel twaalf tot dertien weekendscholen, maar dat is volgens Karasevitsj onvoldoende. Hij wil dat de Nederlandse overheid bijspringt.
Nederland vangt momenteel ongeveer 100.000 Oekraïners op, onder wie ook veel kinderen. Een kleine 12.000 Oekraïense kinderen krijgen les op een Nederlandse basisschool, blijkt uit cijfers van DUO. De helft zit in een zogenaamde nieuwkomersklas. Daarnaast krijgen ruim 7000 Oekraïense tieners les in het voortgezet onderwijs.
Lees het hele interview met Karasevitsj hier.
Bron: AD, foto: LinkedIn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten