Het Russische leger voert ondanks de slechte weersomstandigheden de aanvallen op om voorafgaand aan de presidentsverkiezingen in maart het initiatief te nemen, terwijl de Oekraïense troepen vooral hun posities proberen vast te houden.
Tot deze conclusie komt het Institute for the Study of War (ISW) op basis van berichten over het toenemen van de aanvallen op diverse plaatsen langs de lange frontlijn in Oekraïne. Die aanvallen zijn vooral langs de grens van de oostelijke provincies Charkiv en Loehansk, bij de door de Russen bezette stad Bachmoet en het stadje Avdiivka. Ook zijn er aanhoudend aanvallen van grondtroepen in het westen van de provincie Zaporizja.
Berichten van de Oekraïense legerleiding duiden er volgens het ISW ook op dat het Russische leger het initiatief heeft genomen. Oekraïense troepen behouden evenwel het initiatief in belangrijke gebieden in het zuiden van het land. Het gaat dan met name om de aanhoudende tegenaanvallen van Oekraïense troepen in het westen van de provincie Zaporizja en in het zuiden van de provincie Cherson waar Oekraïense militairen de Dnipro zijn overgestoken en stevig voet aan de grond hebben gekregen.
Dat de Russen vanaf half november het initiatief hebben genomen tijdens barre winterse omstandigheden en dat ze niet hebben gewacht totdat de grond stijfbevroren was en dus beter begaanbaar, duidt er op dat de legerleiding onder druk is gezet om het Oekraïense tegenoffensief definitief de kop in te drukken. De Oekraïners hebben op hun beurt juist besloten om hun aanvalsacties voorlopig op een laag pitje te zetten, de huidige posities te consolideren en zich gedurende de winter voor te bereiden of hervatting van het tegenoffensief.
De analisten van het ISW menen dat het zodoende niet duidelijk is of het Russische winteroffensief tot enig succes gaat leiden.
Bron: ISW
Geen opmerkingen:
Een reactie posten