Er is een patstelling ontstaan aan het front in Oekraïne. Dat zegt de Oekraïense opperbevelhebber Valeri Zaloezjni in een interview met het Britse opinieweekblad The Economist. Zowel het Oekraïense leger als dat van de Russen blijkt niet in staat om een doorbraak te forceren omdat ze met dezelfde wapens tegen elkaar vechten.
Zaloezjni zegt in het interview dat de situatie hem aan de Eerste Wereldoorlog doet denken. 'Net als in die oorlog honderd jaar geleden hebben we nieuwe technologieën toegepast waardoor we in een patstelling zijn beland. Er zal waarschijnlijk geen grote en mooie doorbraak komen.'
'We zien eenvoudigweg alles wat de vijand doet, en zij zien alles wat wij doen. Om deze impasse te doorbreken hebben we iets nieuws nodig, zoals ooit de Chinezen het buskruit uitvonden waarmee we ons tot op de dag van vandaag doden', aldus Zaloezjni. Hij beschrijft in het interview een slagveld waar moderne sensors elke troepenconcentratie zien en die vervolgens met moderne precisiewapens aanvallen.
In de afgelopen vijf maanden heeft het Oekraïense leger met het tegenoffensief slechts 17 kilometer gewonnen. Rusland vocht tien maanden bij Bachmoet om uiteindelijk een stad van 6 bij 6 kilometer te veroveren. Het verloop van het tegenoffensief heeft de Westerse verwachtingen niet waargemaakt dat Oekraïne het eens onoverwinnelijk geachte Rusland kon overwinnen en daarmee Vladimir Poetin aan de onderhandelingstafel kon dwingen.
Ook generaal Zaloezjni moet toegeven dat hij fout zat met zijn veronderstelling dat hij het Russische leger kon laten doorbloeden. 'Rusland heeft minstens 150.000 gedode soldaten. Elk ander land zou met zoveel doden de oorlog willen laten stoppen. Maar Rusland maakt zich daar niet druk om, een mensenleven is daar niets waard en Poetin kijkt naar de beide wereldoorlogen toen Rusland tientallen miljoenen mensen verloor.'
Met de huidige gevechtskracht zou het Oekraïense leger 30 kilometer per dag moeten winnen en door de Russische defensie moeten breken. 'Volgens de denkwijze van de NAVO zouden we in vier maanden de Krim hebben bereikt, daar met de Russen hebben gevochten en weer teruggekeerd naar onze oude posities', zegt Zaloezjni met een sarcastische ondertoon.
In plaats daarvan zag de opperbevelhebber hoe zijn troepen en wapens vastliepen in door de Russen aangelegde mijnenvelden bij het naderen van Bachmoet, terwijl zijn door het westen geleverde wapens onder vuur werden genomen door de Russische artillerie en drones.
The Economist wijst er op dat hetzelfde gebeurde in het zuiden, waar een nieuwe en onervaren brigade onmiddellijk in de problemen kwam - ondanks dat ze uitgerust waren met moderne Westerse wapens. 'In eerste instantie dacht ik dat het aan onze commandanten lag, zodat ik een een aantal van hen heb vervangen. Toen dacht ik dat we onze soldaten niet goed genoeg hadden getraind, zodat ik soldaten van andere brigades heb ingezet.'
Toen dit niet tot de gewenste resultaten leidde, gaf Zaloezjni opdracht om een boek op te sporen dat hij als student aan de militaire academie had gelezen. In dit boek 'Door versterkte linies heen breken' uit 1941 analyseert de Sovjet-generaal P.S. Smirnov de veldslagen uit de Eerste Wereldoorlog. 'Toen ik nog maar halverwege was realiseerde ik mij dat dit precies de situatie is waarin we nu verkeren, de technologische ontwikkelingen van nu hebben zowel ons als onze vijand verlamd.'
Deze opvatting werd volgens generaal Zaloezjni bevestigd bij een bezoek aan het front in Avdiivka, waar Rusland na wekenlange strijd en met grote inzet slechts enkele honderden meters wist te winnen. 'Op de dag dat ik daar was zagen we hoe in enkele uren tijd 140 Russische pantserwagens en tanks werden vernield toen ze binnen het bereik kwamen van onze artillerie. Met drones werden de vluchtende soldaten achtervolgd en gedood.' Andersom gebeurt hetzelfde met de Oekraïense soldaten als ze aanvallen.
Bron: Oekrajinska Pravda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten