Politie vindt tien martelkamers in bevrijd gebied

In de recent bevrijde delen van de provincie Charkiv heeft de Oekraïense politie tien martelkamers gevonden, waarvan zes in de stad Izjoem. Ihor Klimenko, hoofd van de Nationale Politie, heeft dat gezegd. Ook werden twee martelkamers ontdekt in de stad Balaklia. Ook in de stad Vovtsjansk en in het dorp Hrakovo bleken martelkamers te zijn, waar onder meer medewerkers van de Russische geheime dienst probeerden om informatie van gevangenen te verkrijgen.

'We weten zeker dat daar mensen zijn gemarteld en we weten inmiddels ook al dat er mensen zijn die dat niet hebben overleefd', aldus Klimenko. De martelkamers in Izjoem waren onder meer in het plaatselijke politiebureau en de kantoren van de staatsveiligheidsdienst en het Openbaar Ministerie. In Balaklia waren martelkamers in het politiebureau, in een tijdelijk detentiecentrum en een drukkerij. Volgens Klimenko is de dood van inmiddels bevestigd van een 40-jarige man in Balaklia. 'Een boer uit deze plaats die werd doodgemarteld. Hij is opgehangen.'

Klimenko kent inmiddels ook het verhaal van zeven studenten uit Sri Lanka. Ze studeerden aan het Medisch College in Koepjansk. Toen deze stad werd bezet, probeerden ze te vluchten naar Charkiv maar ze werden gevangen genomen en belandden in cel in Vovtsjansk. Daar brachten ze enkele maanden door, aldus Klimenko. 'Met een tang werden hun nagels uitgetrokken. Deze jongeren zijn heel emotioneel nu ze weer vrij zijn.'

Door burgers te martelen wilden de Russen informatie te verkrijgen over waar zich Oekraïense troepen bevonden, of er sprake was van verzetsgroepen die informatie doorspeelden aan het leger en of er zich onder de burgers soldaten bevonden die eerder al in de Donbas hadden gevochten tegen de door Rusland aangestuurde rebellen. De gevangenen, ook vrouwen, werden soms drie dagen gemarteld, maar sommigen moesten dat ook wel twee maanden ondergaan. 

Bronnen: Ukrinform, Ukrajinska Pravda