De Oekraïners houden zich sterk, ook na zes maanden oorlog. Tot deze conclusie komt het Instituut voor Sociale en Politieke Psychologie na een onderzoek waaruit blijkt dat de Oekraïners voor hun gemoedstoestand gemiddeld een 6,9 geven op een schaal van 9. 'Uiteraard is de toestand van binnenlandse vluchtelingen slechter dan die van de mensen die in hun vertrouwde omgeving zijn gebleven of daar inmiddels naar toe zijn teruggekeerd', zegt Svitlana Tsjoenichina, adjunct-directeur van het onderzoeksinstituut.
Van de mensen die meededen aan het onderzoek zegt 40 procent in een levensbedreigende situatie te zijn geweest of dat ze er getuige van waren in het oorlogstijd. Ruim 41 procent van de ondervraagden heeft familie of vrienden in het oorlogsgebied, terwijl 16 procent iemand is verloren die hem of haar dierbaar was.
Tsjoenichina: '6 procent van de ondervraagden heeft een tijd van Russische bezetting meegemaakt, heeft geleefd onder dreiging van geweld of was getuige van geweld tegen anderen. Een op de vijf heeft een combinatie meegemaakt van traumatische gebeurtenissen, zoals beschoten worden, dat het leven van zijn of haar naasten in gevaar was, bezetting of gevangenschap.'
Uit het onderzoek blijkt dat ruim 90 procent van de ondervraagden last had van tenminste een van de symptomen van post-traumatische stress (PTSS), terwijl 57 procent van de bevolking daar mogelijk last van gaat krijgen.
Tsjoenichina tekent daarbij aan dat 'ondanks het optimisme over de eigen gemoedstoestand er voldoende reden is om bezorgd te zijn'. Slechts 3 procent van de ondervraagden heeft tot nu enige vorm van psychische hulp gehad, terwijl 23 procent graag naar een psycholoog wil maar die stap nog niet heeft gedaan.
Het ministerie van Volksgezondheid verwacht dat na de oorlog meer dan 15,7 miljoen Oekraïners psychische hulp nodig hebben, terwijl 800.000 Oekraïners medische hulp gaan zoeken.
Bron: Ukrajinska Pravda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten