Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens beschouwt het verbod op de verkoop van landbouwgrond als een schending van de mensenrechten en draagt de Oekraïense regering op om de landeigenaren die graag willen verkopen ter wille te zijn. ''Er moet een betere balans komen van het gemeenschapsbelang en het belang van de landeigenaren'', aldus het Europese Hof.
Er geldt al sinds 1991 een verbod op het verkopen en kopen van landbouwgrond, bedoeld om te voorkomen dat een handjevol miljardairs op grote schaal grond gaan aankopen ten koste van de kleine boeren. Eind vorig jaar werd voor de zoveelste keer door het parlement besloten om het vrijgeven van de verkoop van agrarische grond een jaar op te schuiven.
De Oekraïners Zelentsjoek en Tsitsjoera, afkomstig uit respectievelijk Ivano-Frankivsk en Ternopil, spanden een rechtszaak aan tegen de staat bij het Europese Hof. Zij willen de vrijheid hebben om hun landbouwgrond te verkopen.
Het Europese Hof gaf ze gisteren gelijk en verwijt de Oekraïense overheid dat die de mensenrechten van Zelentsjoek, Tsitsjoera en al die andere landeigenaren schendt met het voortduren van het verbod. Er wordt niet van de overheid geëist dat die de verkoop van landbouwgrond meteen vrijgeeft, maar wel dat sprake moet zijn van een betere afweging van belangen.
De kans dat het zogenoemde moratorium op de verkoop van agrarische grond snel wordt opgeheven, is niet groot. Ten eerste talmt het parlement al jaren om dat te doen. De beslissing wordt telkens met een jaar vooruit geschoven en met twee belangrijke verkiezingen volgend jaar voor de boeg lijkt het er vooralsnog niet van te komen.
Bron: 112.ua
Geen opmerkingen:
Een reactie posten