Het valt niet te voorspellen wie de nieuwe president wordt en hoe de krachtsverhoudingen in het nieuwe parlement liggen, maar politiek analist Brian Mefford, directeur van Wooden Horse Strategies, noemt vijf punten die al bij voorbaat vast staan. Als eerste noemt hij dat een openlijk pro-Russische kandidaat geen kans maakt om president te worden en dat is een grote verandering ten opzichte van het verleden.
''Bij alle verkiezingen vanaf de onafhankelijkheid tot 2012 speelde het pro-Russische electoraat een belangrijke rol, want die vormde bijna een kwart van de kiezers. Door hen wonnen pro-Russische kandidaten in 1994 en 2010. Ironisch genoeg heeft Vladimir Poetin er met de annexatie van de Krim en het bezetten van een deel van de Donbas voor gezorgd dat het pro-Russische segment van het Oekraïense electoraat is geminimaliseerd'', aldus Mefford.
Het etnisch-Russische deel van het electoraat omvat nu nog maar 10 tot 12 procent. De belangrijkste pro-Russische kandidaat Joeri Bojko staat met 10,5 procent in de peilingen op een vierde plek. Er mag volgens Mefford van worden uitgegaan dat pro-Russische politici voortaan permanent in de oppositie zijn.
Mefford meent dat de peilingen geen goed beeld geven van wat er leeft onder de Oekraïense kiezers. Met grote regelmaat worden peilingen gepubliceerd waaruit blijkt dat Timosjenko aan de leiding gaat en een relatief nieuw gezicht in de politiek tweede, gevolgd door de huidige president Porosjenko. Maar, stelt Mefford, als de meeste Amerikaanse peilingen in 2016 een overwinning voor Hillary Clinton voorspelden, waarom zouden de Oekraïense peilingen dan wel adequaat zijn?
''De Oekraïense onderzoeksbureaus passen hun resultaten vaak aan naar wat degene die er voor betaalt er van verwacht. De bureaus met de beste reputatie schuiven toch nog met 3 procent, terwijl andere bureaus de peilingsresultaten aanpassen met 5 tot 7 procent. Peilingen zijn daardoor geen objectieve indicatoren meer, maar een middel om de publieke opinie te beïnvloeden. Timosjenko wordt nu al als winnaar aangewezen, omdat zij bovenaan staat in de peilingen, maar er wordt niet bij verteld dat 80 procent van de kiezers liever iemand anders zien winnen. Als vier op de vijf iemand anders willen, dan kan dit alleen maar tot een andere uitslag leiden.''
Als derde voorspelbare punt noemt Mefford dat de meeste presidentskandidaten helemaal geen staatshoofd willen worden, maar dat ze nu al campagne aan het voeren zijn voor de parlementsverkiezingen. Zes kandidaten halen zo'n 10 procent in de peilingen: Porosjenko, Timosjenko, de tv-komiek Volodimir Zelenski, oud-minister van Defensie Anatoli Hritsjenko, Oleh Liasjko van de Radicale Partij en Joeri Bojko van het Oppositie Platform/Voor het Leven.
Mefford voorziet een tweestrijd van Timosjenko en Porosjenko. ''De andere vier richten zich meer op de parlementsverkiezingen. Meedoen aan de presidentsverkiezingen zorgt er voor dat ze wel in de picture zijn. Omdat het parlement de premier kiest, is een grote parlementsfractie het doel.
Dat Zelenski zo hoog scoort, is vooral een proteststem. De geschiedenis heeft geleerd dat de kiezers uiteindelijk niet voor zo'n kandidaat kiezen. Al helemaal niet nu duidelijk is geworden dat Zelenski wordt gesteund door oligarch Ihor Kolomojski en dat hij daarmee toch tot de 'oude' politiek behoort. Hritsjenko en Liasjko hebben het eerder ook wel uitstekend gedaan in de peilingen, maar moesten het op de verkiezingsdag zelf laten afweten. Bojko is zonder het electoraat van de Krim en het bezette deel van de Donbas volgens Mefford bij voorbaat kansloos voor het presidentschap.
Ten vierde noemt de politiek analist de tweede ronde van de presidentsverkiezingen die volgens hem dus tussen Timosjenko en Porosjenko gaat. In 2014 won Porosjenko ruimschoots. Nu gaat Timosjenko royaal aan kop in de peilingen, maar Porosjenko's kansen stijgen door zijn rol bij de totstandkoming van de zelfstandige orthodoxe kerk en bovendien is hij als zittend president in het voordeel. Het kan een spannende tweestrijd opleveren in mei/april.
Als vijfde voorspelbare punt noemt Mefford dat de nieuwe president een sterke positie heeft bij de parlementsverkiezingen. De peilingen tonen aan dat acht tot tien partijen de kiesdrempel kunnen nemen, maar geen daarvan lijkt een dominante positie te krijgen. Er moet dus een coalitie worden gevormd van meerdere partijen.
De onvoorspelbaarheid van deze verkiezingen zit er in dat de helft van de parlementsleden volgens het districtsstelsel worden gekozen. Zij worden niet meegenomen in de peilingen. In 2014 werd Porosjenko president met 53 procent van de stemmen, terwijl hij bij de parlementsverkiezingen met zijn partij Solidariteit op slechts 22 procent uit kwam.
Vervolgens verdubbelde hij de omvang van zijn fractie met door de districten gekozen parlementariërs en ontstond het Blok-Porosjenko. Aangezien de meeste door de districten gekozen parlementsleden graag bij de belangrijke regeringspartij aanschuiven, zal dat ook komend najaar weer gebeuren. Pogingen om van het districtsstelsel af te komen, hebben in de afgelopen jaren steeds schipbreuk geleden in het parlement.
''Menigeen zal klagen dat deze verkiezingen niet anders zijn dan de vorige, met dezelfde mensen die weer aan de macht komen. Daarin hebben ze tot op zekere hoogte gelijk, maar er is wel degelijk verandering gekomen doordat Oekraïne voor Europa heeft gekozen. De bevolking eist een beter leven, meer transparantie en neemt niet langer genoegen met dooddoeners van hun politieke leiders'', besluit Mefford.
Bron: atlanticcouncil.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten