Minister Stepan Koebiv van Economische Ontwikkeling en Handel vindt dat president Petro Porosjenko zijn veto moet uitspreken over het recente parlementsbesluit om het verbod op het verkopen van landbouwgrond te verlengen tot 1 januari 2020. Koebiv vindt dat het zogenoemde moratorium in strijd is met het grondwettelijke recht van elke Oekraïner om eigendom te bezitten, te gebruiken en te verkopen. Dit recht is ook nog eens bevestigd door het Europese Hof voor de Mensenrechten.
''De Wereldbank schat dat het vrijgeven van de verkoop van landbouwgrond een economische groei van 0,6 tot 1,6 procent en jaarlijks zo'n 1,3 miljard euro aan extra investeringen kan opleveren'', voert de minister aan. Zijn ministerie heeft ook becijfert dat de schaarste aan vrij beschikbare landbouwgrond de 6,9 miljoen eigenaren vijfmaal minder oplevert dan het geval is als landbouwgrond gewoon verkocht kan worden. Terwijl Oekraïne toch beschikt over 40 miljoen hectare aan agrarische grond.
Pachters van landbouwgrond investeren niet in de grond door die goed te bemesten, omdat ze altijd het risico lopen dat een eigenaar de huur opzegt als hij van iemand anders een hogere pachtsom kan krijgen. Landbouwgrond brengt daardoor gemiddeld zo'n 879 euro per hectare minder op, terwijl de staat door illegale verkopen zo'n 2,8 miljard hrivna (89 miljoen euro) aan belastinginkomsten mis loopt.
De kans is klein dat president Porosjenko in gaat op het verzoek van minister Koebiv. Niet omdat hij dat niet zou willen, maar met twee verkiezingen voor de boeg is het politiek onhaalbaar. Zijn belangrijkste concurrent bij de presidentsverkiezingen Joelia Timosjenko is voorstander van het moratorium dat in 2001 werd ingesteld om speculatie met landbouwgrond tegen te gaan.
Bron: Kyiv Post
Geen opmerkingen:
Een reactie posten