dinsdag 12 juni 2018

Overleg Normandische Vier levert nauwelijks wat op

Het viel niet te verwachten, en dat kwam ook uit. De vier ministers van Buitenlandse Zaken van Oekraïne, Rusland, Duitsland en Frankrijk - ook wel de Normandische Vier genoemd - kwamen gisteravond niet tot een eensluidende visie op de vorm die een vredeskorps van de Verenigde Naties in Oost-Oekraïne moet krijgen.

Er is een fundamenteel verschil tussen wat Oekraïne wil, en wat Rusland beoogt. Oekraïne wil de blauwhelmen langs de grens met Rusland om de aanvoer van nieuwe wapens en manschappen te stoppen, Rusland wil blauwhelmen langs de frontlijn, waardoor het volgens Oekraïne (en de Verenigde Staten) een bevroren conflict wordt. Alleen Rusland is daarbij gebaat, ook al houdt het vechten op en vallen er dus niet langer dagelijks doden en gewonden.

De vier ministers werden het in Berlijn wel eens over een verklaring waarin zij alle partijen oproepen om zich aan de afspraken van Minsk te houden en over het doorgaan met het ruilen van elkaars gevangenen.

De Duitse minister Heiko Maas sprak na afloop van succesvolle onderhandelingen. ''Ik ben er van overtuigd dat de mensen in Oost-Oekraïne er de vruchten van plukken'', merkte hij op. Ook zijn Oekraïense collega Pavlo Klimkin was positief, maar dan vooral omdat hij mogelijkheden ziet voor een nieuwe ontmoeting van de regeringsleiders van de Normandische Vier op niet al te lange termijn. ''Maar dan moeten we zo'n ontmoeting wel goed voorbereiden, anders heeft het geen zin.''

Bron: Unian

Geen opmerkingen: