De Oekraïense bevolking mag dan bar weinig vertrouwen hebben in de politiek van president Viktor Janoekovitsj, maar de overgrote meerderheid verwacht wel van hem dat hij een einde maakt aan de corruptie in het land. Vier jaar geleden was het nog 61,1 procent die vond dat de president - toen Viktor Joesjenko - de corruptie dient te bestrijden. Inmiddels is dat 77,6 procent. Kennelijk staat het presidentschap als symbool los van de persoon: Janoekovitsj als persoon behaalt in de peilingen nu nog maar tussen de 14 en 16 procent.
Het parlement wordt door de Oekraïners met 45 procent aanzienlijk lager ingeschat als corruptiebestrijder, zo blijkt uit onder zoek van de European Research Organisation. De premier en het kabinet, maar ook politie en justitie scoren slechts 33 procent. Daar is in vergelijking met het vorige kabinet, geleid door Joelia Timosjenko, geen verandering in gekomen.
Ruim een derde van alle overheidsorganisaties wordt door de bevolking corruptiegevoelig genoemd. De om z'n verregaande corruptie beruchte verkeerspolitie scoort met 60,3 procent bovengemiddeld, terwijl de gezondheidszorg op hetzelfde percentage, de politie komt uit op 591,1 procent. De situatie is verslechterd, zo blijkt uit het onderzoek. De percentages zijn zonder uitzondering ruim hoger dan bij het vorige onderzoek, van 2009. Het meeste vertrouwen hebben de Oekraïners nog in hun lokale bestuurders: 20,1 procent nu tegen 19,4 procent in 2009.
Bron: Ukrinform
Geen opmerkingen:
Een reactie posten