Inwoners van Odesa hebben gisteren, op de Dag van Odesa, geprotesteerd tegen het spenderen van geld aan het opknappen van een rechtbank en een theater. Ze vinden dat alles op alles moet worden gezet om het leger te voorzien van alles wat de soldaten nodig hebben om het land te verdedigen. Lokale media melden dat tussen de 400 en 600 mensen meededen aan het vreedzame protest dat door de politie werd gedoogd.
'Er mag nog geen cent naar dingen gaan die geen prioriteit dienen te hebben in oorlogstijd', zegt Katerina Nozhevnikoa, de voorzitter van een liefdadigheidsorganisatie die geld inzamelt voor het Oekraïense leger. Het stadsbestuur wil echter ruim 2,6 miljoen euro uittrekken voor het opknappen van een rechtbank en 750.000 euro voor het repareren van de voorkant van een jeugdtheater. Ook wordt 750.000 euro uitgetrokken voor wegreparaties in het dorp Dachne.
Het investeringsplan is omstreden. De gemeenteraadsfracties van Dienaar van het Volk (van president Volodimir Zelenski) en Europese Solidariteit (van oud-president Petro Porosjenko) zijn in elk geval tegen. De demonstranten hebben zich voorgenomen om elke zaterdag de straat op te gaan, net zo lang totdat het investeringsplan van tafel is en het stadsbestuur besluit om de 4,1 miljoen euro aan het Oekraïense leger te doneren.
Odesa vormt geen uitzondering. Elders in het land leeft ook onvrede over investeringen in de leefomgeving, zoals het aanleggen van een voetgangersgebied in een stadscentrum - met Europese steun, dat wel.
Bron: Oekrajinska Pravda, foto: Soespilne
Geen opmerkingen:
Een reactie posten