Soboljev verwijst naar de gang van zaken rond het Openbaar Ministerie in 2015 en de hervormingen bij het Hooggerechtshof vorig jaar die naar buiten toe heel wat moesten voorstellen, maar in praktische zin niets voorstelden. Hij wil dat Porosjenko's wetsvoorstel op drie cruciale punten wordt aangepast.
Allereerst moeten buitenlandse geldgevers als het IMF en de Wereldbank vetorecht moeten krijgen om kandidaat-rechters te weren die niet voldoen aan de integriteitseisen. Het moet ook niet mogelijk zijn dat de Kwalificatiecommissie het bezwaar van deze geldgevers terzijde kan schuiven, zoals in het wetsvoorstel in de huidige vorm wel mogelijk is. President Porosjenko heeft zich al uitgesproken tegen bemoeienis van onder meer het IMF.
De anti-corruptierechtbank moet zich alleen bezig houden met de zwaarste corruptiegevallen en niet met de kleinere, en evenmin met drugs- en wapensmokkel. Volgens Soboljev is er anders risico dat de rechtbank wordt bedolven onder een vloed van misdrijven waarvoor zij eigenlijk niet bedoeld is. Het eindresultaat is dan dat de rechtbank geen tijd meer heeft voor het échte werk, de zwaarste corruptiegevallen.
De derde wijziging die Soboljev graag ziet is het vastleggen van de termijn waarbinnen de anti-corruptierechtbank aan de slag gaat. Daarbij zou drie maanden de maximale termijn moeten zijn waarbinnen een wet wordt aangenomen waarin is vastgelegd aan welke criteria de rechters moeten voldoen en binnen een jaar zouden de eerste corruptiezaken behandeld moeten worden.
Bron: Kyiv Post
Geen opmerkingen:
Een reactie posten