vrijdag 7 oktober 2022

Onvrede in Oekraïne om toekenning Nobelprijs

Vrijwilligers van het Center for Civil Liberties.
De Nobelprijs voor de Vrede wordt dit jaar gedeeld door de Belarussische mensenrechtenactivist Ales Bialiatski en organisaties uit Oekraïne en Rusland. Het zijn de Russische mensenrechtenorganisatie Memorial en de Oekraïense organisatie Center for Civil Liberties. De bekendmaking was in Oslo door het Noorse Nobelprijscomité.

Voorzitter Berit Reiss-Andersen noemde de winnaars "drie geweldige kampioenen op het gebied van mensenrechten, democratie en vreedzaam samenleven in de buurlanden Belarus, Oekraïne en Rusland".
et Center for Civil Liberties is een in de Oekraïense hoofdstad Kiev gevestigde organisatie, opgericht in 2007. Doel ervan is de bevordering van mensenrechten en democratie in Oekraïne.

Volgens het Nobelprijscomité heeft het centrum de autoriteiten onder druk gezet om van Oekraïne een volwaardige democratie te maken. De organisatie helpt ook bij het documenteren van Russische oorlogsmisdaden tegen burgers in Oekraïne. "In samenwerking met internationale partners vervult het centrum een pioniersfunctie bij het aanspreken van schuldigen op hun misdaden."

In Oekraïne wordt niet enthousiast gereageerd op het toekennen van de Nobelprijs voor de Vrede, in het bijzonder niet omdat de prijs gedeeld moet worden met activist Bjaljatski uit Wit-Rusland en en de organisatie Memorial uit Rusland. De reacties op sociale media zijn wat dat betreft duidelijk: Oekraïners willen niet langer gelinkt worden aan zowel Rusland als Wit-Rusland.

Michailo Podoljak, adviseur van president Volodimir Zelenski, noemt de toekenning 'vreemd'. Hij wijst er op dat de commissie die de prijs toekent 'een interessante interpretatie geeft van het woord vrede' omdat Bjaljatski noch Memorial 'in staat zijn geweest om het verzet tegen de oorlog aan te zwengelen'.

Bronnen: NOS, Ukrajinska Pravda, Twitter

Geen opmerkingen: