De musea in de Oekraïense hoofstad Kiev zijn verouderd en zeker niet in staat om buitenlandse bezoekers te boeien. Tot deze conclusie komt leraar Michael Bedwell van het Oekraïens Educatief Centrum na de bezoekjes die hij in de afgelopen weken bracht aan twee belangrijke musea.
Zo bezocht hij het museum onder het monument voor de slachtoffers van de hongersnood in de winter van 1934-'35. Een mooi museum met een krachtig monument, maar buitenlanders die het Oekraïens niet machtig zijn hebben er niets te zoeken, aldus Bedwell in een brief aan de redactie van de Kyiv Post.
Dat geldt ook voor de Gonchara-collectie die onlangs in het blad 'Welkom in Oekraïne' nog werd aangeprezen als een toonbeeld van de nationale cultuur. "De bijschriften zijn in meerdere talen, maar niet in het Engels." Nadat hij z'n beklag had gedaan, kreeg Bedwell een brochure in belabberd Engels. "Het ergste was nog wel dat de Oranjerevolutie werd genoemd als als bepalend voor Oekraïne's verbeterde imago in de wereld. Die tekst moet op z'n minst vijf jaar geleden geschreven zijn!"
Positief is het volgens Bedwell dat de beide musea de politieke omwentelingen van de afgelopen jaren hebben overleefd. "Getuige de opmerking over de Oranjerevolutie is hier sprake van vrijheid van meningsuiting. Maar wat heeft de bezoeker daar aan als hij niet de kans krijgt om zich zelf een mening te vormen over de historie en de cultuur van Oekraïne?" Het wordt tijd dat de museumdirecties zich meer op de (buitenlandse) bezoekers richten, aldus Bedwell.
Bron: Kyiv Post
Geen opmerkingen:
Een reactie posten