De taalkwestie is bij uitstek geschikt om de aandacht af te leiden van belangrijke verkiezingsitems als de economische en sociale problemen, meent parlementsvoorzitter Volodimir Litvin. Dat geldt ook voor de mensenrechten; een prima 'bliksemafleider' in verkiezingstijd.
Hij wil de vraag of Oekraïne het Russisch als tweede nationale taal moet accepteren overlaten aan deskundigen. "In verkiezingstijd is iedereen helaas ineens deskundig", zegt Litvin. "Dat komt neer op een strijd om de kiezers, een poging om het land te verdelen en een poging om gevoelige kwesties uit te buiten. Ik vind dat een verkeerde manier van politiek bedrijven, die volkomen verkeerd uit kan pakken."
Litvin constateert in een interview dat door Rada TV werd uitgezonden, dat er in Oekraïne vooral boeken en kranten in het Russisch voorhanden zijn, in ieder geval veel meer dan in het Oekraïens. "Het staat iedereen vrij om Russisch te lezen, Russisch te spreken, maar ons land kent maar één nationale taal, en dat is het Oekraïens."
Tot 2004 was er de nodige discussie over de taalkwestie, en dat zorgde voor de nodige onrust in het land. Inmiddels is duidelijk hoe de zaken liggen. Parlementsvoorzitter Litvin vindt daarom dat de taalkwestie niet opnieuw moet worden opgerakeld, zeker niet in verkiezingstijd.
Bron: ForUm
Geen opmerkingen:
Een reactie posten