Normandische Vier willen meer taken voor OVSE

Minister Pavlo Klimkin van Buitenlandse Zaken zegt dat hij vanmiddag met zijn collega's van Rusland, Duitsland en Frankrijk overeen is gekomen dat er ''meer internationale inbreng'' moet komen in Oost-Oekraïne om het oorlogsgeweld daar te beteugelen. Hij heeft dit gezegd na afloop van een bespreking van het viertal in Berlijn. ''We zijn het er over eens geworden dat deze rol is weggelegd voor de OVSE'', aldus Klimkin over het overleg van de zogenoemde Normandische Vier.

Er is nog geen overeenstemming bereikt over de aard van de nieuwe OVSE-missie. De Oekraïense regering is voorstander van een gewapende missie. ''Ik ben al blij dat we het er over eens zijn dat hierover nader overleg nodig is.''

Klimkin's Duitse collega Frank-Walter Steinmeier constateerde na afloop van de bespreking dat de sfeer beter was dan tijdens de meest recente bespreking in Parijs, maar dat van een echte doorbraak geen sprake was. ''We hebben wel flinke vooruitgang geboekt ten aanzien van de veiligheid in het gebied'', zei Steinmeier met een verwijzing naar het plan om meer ruimte te scheppen tussen de pro-Russische rebellen en het Oekraïense leger, maar ook om gedemilitariseerde zones aan te wijzen. ''Er waren van beide kanten concrete voorstellen, ook wat de deadline betreft.''

Ook werden de partijen het eens dat de communicatie over en weer beter moet en dat er geen militaire oefeningen meer langs de frontlijn worden gehouden om escalatie van het conflict te voorkomen. Er kon geen overeenstemming worden bereikt over het houden van lokale verkiezingen in de bezette gebieden in de Donbas.

Bron: Unian