De pas benoemde procureur-generaal Joeri Loetsenko is niet van plan om de openbare aanklagers te ontslaan die zijn omstreden voorganger Viktor Sjokin heeft binnengehaald om zijn positie te versterken. Het gaat om mensen die er van worden beschuldigd dat ze belangrijke rechtszaken tegen hebben gehouden, dat ze de benoeming van nieuwe, onafhankelijke aanklagers tegen hebben gehouden en dat ze in een aantal gevallen op politieke gronden tot vervolging over zijn gegaan. De betrokken topaanklagers ontkennen alle aantijgingen.
In een interview met nieuwssite Censor.net zegt Loetsenko dat hij het zich momenteel niet kan veroorloven om de omstreden aanklagers op straat te zetten. Het werk moet doorgaan, en het gaat om mensen die momenteel onmisbaar zijn bij het Openbaar Ministerie. Loetsenko zelf mist ervaring en hij beschikt ook al niet over een gedegen juridische opleiding.
In het bijzonder moet Loetsenko nu vertrouwen op zijn plaatsvervanger Joeri Stoljartsjoek, die verantwoordelijk is voor alle strafrechtelijke onderzoeken, en op Joeri Hrisjtsjenko, hoofd van het onderzoekteam van het OM. Het is onduidelijk of Loetsenko in het interview ook doelt op twee andere plaatsvervangend procureurs-generaal. Joeri Sevroek en Roman Hovda zijn niet alleen loyaal aan de door het parlement ontslagen Sjokin, maar ze zouden ook banden hebben hebben met Viktor Pshonka, procureur-generaal onder de begin 2014 afgezette president Viktor Janoekovitsj.
De houding van Loetsenko tegenover deze loyalisten van zijn voorganger Sjokin is opvallend. Voor zijn benoeming op 12 mei noemde hij het OM nog ''een begraafplaats''. De door Sjokin binnen gehaalde topaanklagers zouden berecht én ontslagen moeten worden. Nu denkt hij er dus anders over. ''Ik zou groot applaus krijgen van iedereen die vindt dat ze weg moeten, maar hun vertrek betekent wel dat er twee, drie maanden nodig zijn voordat hun opvolgers aan de slag kunnen gaan. Intussen liggen er wel duizenden dossiers te wachten.''
Bron: Kyiv Post
Geen opmerkingen:
Een reactie posten