De staatsveiligheidsdienst SBU heeft het onderzoek afgerond naar de toedracht van bomaanslagen in Dnipropetrovsk, Charkiv en Zaporizjzia. Er zijn vier verdachten, waartegen volgens de SBU ''onweerlegbare bewijzen'' zijn dat zij binnen een half jaar vier bomaanslagen pleegden waarbij een dode en ruim dertig gewonden vielen. Zij worden verdacht van het vormen van een terroristische groep, het plegen van de bomaanslagen en van het zelf produceren van explosieven.
De eerste bomaanslag was op 13 oktober vorig jaar toen bij een kiosk in Charkiv een bom af ging. Hierbij vielen geen gewonden. Dat was ook niet het geval in Zaporizjzia waar op 21 oktober een bom explodeerde in een supermarkt. Op 16 november viel een dode, toen een bom afging in een afvalbak bij een tramhalte vlakbij het grootste winkelcentrum van Dnipropetrovsk. Op 27 april gingen vier bommen af in het centrum van Dnipropetrovsk. Er waren meer dan 30 gewonden, waarvan een aantal ernstig. De ontploffingen zorgden voor grote paniek in de stad.
Na de aanslagen in Dnipropetrovsk stuurden de daders brieven naar overheidsinstellingen en de media, met de eis dat er 3,6 miljoen euro betaald moest worden om meer bomaanslagen te voorkomen. De SBU maakte het geld over naar een door de daders aangegeven bankrekening. De staatsveiligheidsdienst wist vervolgens de identiteit van de rekeninghouder te achterhalen, en daarmee van de daders. Bij het bewijsmateriaal zit een videoband waarop te zien is hoe de aanslagplegers hun bommen maakten en zelfs hoe ze één van de bommen plaatsten.
Eén van de vier verdachten is een politicoloog die deel uitgemaakt zou hebben van het campagneteam van het parlementslid Michailo Sokolov van de Moederlandpartij, de ander een IT'er die er voor zorgde dat de identiteit van de verzender van de e-mails waarin om geld werd gevraagd niet te achterhalen viel.
Bronnen: Ukrinform, Kyiv Post, ForUm
Geen opmerkingen:
Een reactie posten