''In Oekraïne hebben we 408 inslagen gevonden die niet alleen vallen binnen het bereik van de Russische artillerie, maar die ook aanwijsbaar afkomstig zijn van diezelfde Russische artillerie. Van die inslagen zijn er 127 binnen 3 kilometer van de grens'', valt te lezen in het rapport 'De niet-verklaarde oorlog van Poetin: zomer 2014 - Russische artillerie valt Oekraïne aan' van Sean Case en Klement Anders.
Beide onderzoekers van Bellingcat hebben, zoals ook met de MH-17, gebruik gemaakt van satellietbeelden en vrij toegankelijke bronnen om te achterhalen door wie de honderden kraters als gevolg van granaatinslagen zijn veroorzaakt. ''In totaal, zoals blijkt uit het aantal inslagen, zijn er duizenden artilleriegranaten afgevuurd door het Russische legers op doelen in Oekraïne in de zomer van 2014.''Case en Anders constateren dat er veel meer aanvallen zijn geweest dan ze daadwerkelijk kunnen aantonen. Er zouden te weinig vrij beschikbare satellietbeelden zijn om meer bewijzen te vinden dan voor die 149 aanvallen waarvoor wel voldoende bewijzen zijn gevonden. De aanvallen zouden in juli 2014 zijn begonnen, maar namen in augustus en september steeds meer toe.
De Bellingcat-onderzoekers vonden bewijzen voor de aanvallen vanuit Rusland in de grensstreek van zowel Donetsk als Loehansk. ''Gezien de frequentie, het verspreide gebied en de schaal waarop de aanvallen plaats hadden, moet worden uitgesloten dat het hier om incidenten gaat of om onbeheerste acties van sommige legereenheden. Deze aanvallen moeten worden aangemerkt als oorlogsdaden van Rusland jegens Oekraïne.
Het volledige rapport van Bellingcat kan hier worden gevonden.
Bron: Unian
Geen opmerkingen:
Een reactie posten