Boosheid om sloop woning Taras Sjevtsjenko

Zo stond de woning er tot voor kort bij.

De woning in de Russische stad Orenburg waar de Oekraïense nationale dichter Taras Sjevtsjenko twee jaar in ballingschap doorbracht is ten prooi gevallen aan de slopershamer. Dit tot grote ergernis van premier Arseni Jatsenjoek die zijn ministers Pavlo Klimkin (Buitenlandse Zaken) en Vjacheslav Kirilenko (Cultuur) opdracht heeft gegeven om Unesco te informeren en de VN-organisatie voor het beschermen van werelderfgoed te vragen om actie te ondernemen richting de Russische autoriteiten.

Jatsenjoek gaf tijdens het wekelijkse kabinetsberaad vanmorgen duidelijk blijk van zijn ergernis. Hij ziet de sloop van de woning als een provocatie. ''Dit is onacceptabel. Een nieuw bewijs dat Rusland alleen maar kwaad in de zin heeft.''

Sjevtsjenko (1814-1861) kwam op voor Oekraïne en het Oekraïens. Om die reden werd hij tot tweemaal toe uit Oekraïne verbannen door de Russische autoriteiten. In 1847 was de de tweede maal dat hij werd verbannen, voor een periode van tien jaar liefst. Hij werd naar de stad Orenburg in de Oeral gebracht, maar hij mocht na twee jaar naar St. Petersburg waar hij tot zijn dood woonde.

De politie in Orenburg is inmiddels onder druk van de publiciteit een onderzoek begonnen naar wie opdracht heeft gegeven om het huis te slopen. Op de plek van de voormalige woning van Taras Sjevtsjenko is nu een parkeerplaats voor een bankfiliaal.

Bronnen: Ukrinform, Censor.net