dinsdag 9 juli 2013

Kritiek Amnesty op uitwisseling verdachten

Oekraïne, Rusland en de vijf Centraal-Aziatische republieken (Kazachstan, Tadzjikistan, Kirgizië, Turkmenistan en Oezbekistan) gebruiken een samenwerkingsverband voor terrorismebestrijding om gezochte vluchtelingen te ontvoeren, illegaal aan elkaar uit te leveren en te folteren. Ondanks bekendheid van het probleem bij de VN en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens houdt de internationale gemeenschap zich opvallend stil. Dat stelt Amnesty International in een rapport dat de organisatie deze week uitbracht.

Concreet gaat het om mensen die in eigen land voortvluchtig zijn op verdenking van terrorisme, aanzetten tot haat of bedreiging van de staatsveiligheid en die daarom de grens met een buurland uit het Gemenebest van Onafhankelijke Staten overgestoken zijn. Het rapport haalt zowel voorbeelden aan van gemigreerde verdachten die in hun nieuwe land zonder sluitend bewijs worden opgepakt en vervolgens uitgeleverd aan hun land van herkomst, als van gevallen waarin verschillende nationale veiligheidsdiensten samenwerken om vermeende terroristen en verdachte personen te ontvoeren en te folteren.

Om de internationale uitleveringen een wettelijke basis te geven, grijpen de staten van het Gemenebest terug op samenwerkingsmechanismen die opgesteld werden om terroristische dreigingen aan te pakken. Die mechanismen maken het voor veiligheidsdiensten tegelijkertijd echter makkelijker om uit buurlanden gevluchte aanhangers van verboden religies, activisten of personen die financiële steun aan oppositiepartijen verlenen – ongeacht hun schuld aan misdaden en status als vluchteling of asielzoeker – uit te leveren aan hun land van herkomst.

De laatste jaren worden via de samenwerking steeds meer verdachten vanuit Rusland, Kazachstan en Oekraïne aan Tadzjikistan en Oezbekistan – de grootste vragende partijen voor uitlevering van verdachten – uitgeleverd. Beide landen staan bekend om hun slechte behandeling van gevangenen.

Dat de uitleveringen tussen de staten zo vlot verlopen – slechts een klein aantal van de aanvragen wordt geweigerd –, wijt Amnesty International aan de doorwerking van methodes uit het Sovjettijdperk. Volgens het rapport werden veel huidige regeringswerknemers en veiligheidsagenten in de regio nog opgeleid door de Russische KGB of afdelingen ervan in andere ex-Sovjetstaten.

Die gemeenschappelijke vorming zorgt ervoor dat de veiligheidsdiensten nauw met elkaar kunnen samenwerken om op grootschalige en systematische basis verdachten op te sporen, te ontvoeren en in het geheim (en illegaal) uit te leveren. Volgens John Dalhuisen, directeur van het Europese en Centraal-Aziatische programma van Amnesty International, ‘zouden de uitwisselingen niet mogelijk zijn zonder de medewerking van hooggeplaatsten in de wetgevende en rechterlijke instanties van de landen, noch zonder de bewuste keuze van de betrokken landen om het verbod op foltering – en op het uitleveren van vluchtelingen naar landen die folteringen uitvoeren – naast zich neer te leggen.’

Bron: Mondiaal Nieuws/www.mo.be

Geen opmerkingen: