Het Oppositieblok heeft de landen van de G7 gevraagd om er bij de Oekraïense regering op aan te dringen zodat er eindelijk een strafrechtelijk onderzoek komt naar de gebeurtenissen in de stad Odessa op 2 mei 2014. Er kwamen die dag 48 mensen om, waarvan 42 anti-Majdan betogers bij een brand in het Huis van de Vakbond. Van pro-Russische zijde is steeds gezegd dat het vuur is aangestoken, maar een grondig onderzoek of dat zo is en wie er verantwoordelijk voor was is tot nu toe uitgebleven.
Volgens het Oppositieblok, de voortzetting van de Partij van de Regio's van de afgezette president Viktor Janoekovitsj, hebben de autoriteiten de afgelopen twee jaar het onderzoek moedwillig vertraagd. ''We zijn er van overtuigd dat een eerlijk onderzoek naar deze misdaad een belangrijke bijdrage levert aan de bescherming van de mensenrechten in ons land'', valt in een persverklaring te lezen. Het Oppositieblok wil zelf de families van de slachtoffers gaan helpen, onder meer door een klacht in te dienen bij het Europese Hof voor de Mensenrechten.
De problemen begonnen toen een pro-Oekraïense betoging werd aangevallen door zo'n 300 anti-Majdan betogers. Er viel een dode onder de pro-Oekraïense betogers, waarna de vlam in de pan sloeg. Er stroomden veel mensen toe en de anti-Majdanners werden naar het Huis van de Vakbond gedreven. Over en weer werd met brandbommen gegooid en één daarvan zou de brand hebben veroorzaakt. Er werden zes betogers doodgeschoten die dag, waarvan vijf aan pro-Oekraïense zijde.
Bron: Interfax
Geen opmerkingen:
Een reactie posten