Het openbaar ministerie sluit niet uit dat de vorige president Viktor Joesjenko helemaal niet is vergiftigd. Dat zegt procureur-generaal Viktor Pshonka vandaag in een interview met de krant Segodnya. Deze mogelijkheid is volgens Pshonka steeds meegewogen. "Maar ook als geen sprake was van vergifting, dan hebben we daarvan de bewijzen nodig."
Ook op een andere manier maakte Pshonka nieuws, namelijk met z'n mededeling tegenover het persbureau RIA Novosti dat hij de Volodimir Satsjuk heeft ondervraagd over de vergiftiging van Joesjenko in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2004. Satsjuk is de voormalige tweede man van de Oekraiense geheime dienst. Hij gaf volgens Pshonka een aantal 'zeer belangrijke' details die tot dusverre onbekend waren.
Joesjenko werd ziek na een etentje bij Satsjuk thuis. De volgende dag constateerden Oekraiense artsen een voedselvergiftiging, en vier dagen later, toen zijn toestand niet verbeterde, werd Joesjenko naar het ziekenhuis Rudolfinerhaus in Wenen gebracht. Daar verbleef hij enige tijd.
Medici uit de VS, Oostenrijk en Engeland onderzochten Joesjenko, maar ze kwamen niet tot een eensluidend oordeel. Naderhand constateerde artsen van het Rudolfinerhaus dat sprake was van vergiftiging met dioxine. Joesjenko beschuldigde Rusland ervan achter de vergiftiging te zitten, omdat dit land zijn opponent bij de verkiezingen steunde. Satsjuk ontkent betrokken te zijn bij de vergiftiging. Hij kreeg naderhand de Russische nationaliteit en woont nu in Moskou.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten