De separatisten hebben het zoekwerk naar slachtoffers op de rampplek van vlucht MH17 veel ernstiger belemmerd dan tot nu toe bekend was. Dat blijkt uit onderzoek van de researchredactie van RTL Nieuws. Zo had de Nederlands-Australische onderzoeksmissie met kranen de grotere brokstukken willen optillen, maar dat werd verboden door separatisten die het rampgebied in Oost-Oekraïne in handen hadden. De onderzoekers wilden de wrakstukken optillen, omdat de kans bestaat dat zich daarin nog slachtoffers bevinden.
Ook ander belangrijk zoekwerk kon niet gedaan worden, vertellen bronnen rond het onderzoek. "Wij hadden meer speurhonden willen inzetten en duikers, maar ook dat werd tegengehouden.” Ook de inzet van drones is geblokkeerd. Met die onbemande vliegtuigjes wilde de missie het gebied vanuit de lucht te onderzoeken.
Het Nederlands-Australische zoekteam was slechts zes dagen in het rampgebied. In die periode is maar 3,5 vierkante kilometer van de in totaal 60 vierkante kilometer door dit team doorzocht, zo ontdekte de RTL Nieuws-researchredactie. In totaal is 20 uur gezocht naar slachtoffers en belangrijke persoonlijke bezittingen.
Eerder vertelde Ruud Bik, plaatsvervangend korpschef van de Nationale Politie, al dat het zoekwerk niet volgens de Nederlandse standaard heeft plaatsgevonden. Dat had onder meer te maken met onveilige situatie op de rampplek. "Als je daar als zoeker iets opraapt en er staat iemand met een kalasjnikov achter je die controleert of je dit wel of niet mag doen, en of je dingen weer moet terugleggen, dan kunt u zich voorstellen dat dit intimiderende omstandigheden zijn waaronder we moesten werken", aldus Bik.
Bron: RTL Nieuws
Geen opmerkingen:
Een reactie posten