In de periode 1971 tot 1986 is de kerncentrale van Tsjernobyl 29 maal stilgelegd. Deze conclusie trekt de historicus Volodimir Vjatrovitsj na het bestuderen van tot dusverre geheime KGB-documenten. De Russische geheime dienst beschouwde de kerncentrale als een strategisch object, maar was tegelijkertijd doof voor de waarschuwingen van veiligheidsmedewerkers.
Als die te hard riepen dat er iets mis was met de kerncentrale, dan werden ze zelfs gestraft voor het geven van 'disinformatie' die de Communistische Partij kon schaden.
Zo kwam het dat de medewerkers van de kerncentrale in Tsjernobyl, maar ook niet de inwoners van de omliggende plaatsen onwetend werden gelaten over een groot radioactief lek op 20 april 1981. Evenmin kregen zij iets te horen over de crash van Reactor 1.
Volgens historicus Vjatrovitsj werd na het incident van 1982 door deskundigen wel gewaarschuwd voor een sterk verhoogd stralingsrico. De plaatselijke KGB-chef waarschuwde de eerste secretaris Scherbitsjki van het Centrale Comité van de Communistische partij echter niet voor de gevaren voor de volksgezondheid, noch over maatregelen om die te waarborgen.
Hij had het enkel over de informatievoorziening van de omgeving, of beter: het nalaten van het geven van goede informatie. "De situatie in en rond de kerncentrale is normaal. Van enige paniek of geruchten die daartoe kunnen leiden, is geen sprake."
Na de fatale explosie in Reactor 4 duurde het 72 uur voordat de autoriteiten bereid waren toe te geven dat ze de situatie niet meer in de hand hadden.
Bron: Ukrinform
Geen opmerkingen:
Een reactie posten