De provincies Kiev en Charkiv werden het meest getroffen door de Holodomor, de grote hongersnood van de jaren 1932 en 1933. Dat blijkt uit een onderzoek van het demografisch instituut van de Nationale Academie van Wetenschappers dat daarbij werd geassisteerd door Amerikaanse onderzoekers. In beide provincies stierven van elke 1.000 inwoners er tussen de 190 en 200.
In de provincies Vinnitsja, Dnipropetrovsk en Odessa en Sovjet-Moldavië stierven tussen de 102 en 126 op elke 1.000 inwoners. In de provincies Tsjernihiv en Donetsk vielen relatief minder slachtoffers: tussen de 54 en 91 op elke duizend inwoners. Volgens de onderzoekers zijn de gevolgen van de grote hongersnood als gevolg van een mislukte collectivisatie van de landbouw tot op de dag merkbaar. Oekraïne zou 4 miljoen meer inwoners tellen als nu het geval is.
De hongersnood maakte naar schatting 3,5 miljoen slachtoffers. Indirect kwamen daar vele honderdduizenden boeren bij die gedeporteerd of geëxecuteerd werden omdat zij hun productiedoelen niet haalden of voedsel voor hun eigen gezin achter hielden. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de aantallen slachtoffers. Ten tijde van de Sovjet-Unie mocht de hongerdood niet als doodsoorzaak worden vastgelegd.
De slachtoffers van de Holodomor worden elk jaar herdacht op de laatste zaterdag van november, komende zaterdag dus. Om vier uur 's middags zetten veel Oekraïners een kaars voor hun raam.
Bron: Unian
Geen opmerkingen:
Een reactie posten