donderdag 10 december 2015

OOeN-bataljon ontkent bezit van schilderijen

Het vrijwilligersbataljon van de nationalistische OOeN ontkent in het bezit te zijn van de 24 schilderijen die in januari 2005 werden gestolen bij het Westfries Museum. Woordvoerster Lidia Goezjva zegt zelfs pas deze week door alle media-aandacht op de hoogte te zijn dat het vrijwilligersbataljon in het bezit zou zijn van de schilderijen.

Bataljonscommandant Boris Hoemenjoek is in maart, dus drie maanden voordat hij de Nederlandse ambassade informeerde over de schilderijen, ontslagen op verdenking van machtsmisbruik, aldus Goezjva. "Hij staat bij ons bekend als een rijk man, iemand die altijd al veel met kunst deed.'' Hoemenjoek zelf zegt de schilderijen zelf niet gezien te hebben. Hij zou met de beste bedoelingen hebben gehandeld. Roofkunstspeurder Arthur Brand ziet Hoemenjoek ook slechts als bemiddelaar.

Hoemenjoek zou ''bij geruchte'' hebben vernomen over de schilderijen. In juli had hij naar eigen zeggen een gesprek op de ambassade in Kiev met drie personen, waarvan één zich bekend maakte als politieman. Dat was nadat hij een afbeelding in kleur met een Oekraïense krant voor de datering per e-mail naar Brand had gestuurd.

Een maand later had hij buiten het ambassadegebouw een gesprek met onderzoeker Brand die hem 50.000 euro zou hebben geboden om de schilderijen met ''een speciale operatie'' weg te halen uit het oorlogsgebied in het oosten van het land. Daar zouden de schilderijen zich hebben bevonden in een villa die toebehoort aan iemand uit de omgeving van ex-president Viktor Janoekovitsj. Afgelopen jaar verbleef een aantal leden van het bataljon enige tijd in de villa.

Tegenover de redactie van de Kyiv Post wilde Brand niet zeggen waar de betreffende villa zich bevindt en of dat in door de pro-Russische rebellen beheerst gebied is. Brand zou op het spoor van de schilderijen zijn gekomen omdat ze te koop werden aangeboden op wordt omschreven als een obscuur Oekraïens webforum. Twee leden van het OOeN-bataljon zouden de schilderijen voor 50 miljoen euro te koop hebben aangeboden. Later gaven ze aan genoegen te nemen met een vindersloon van 5 miljoen euro.

Zowel Valentin Nalivaitsjenko, de voormalige directeur van staatsveiligheidsdienst SBOe, als partijleider Oleh Tjahnibok van de nationalistische Svoboda ontkennen betrokken te zijn in deze kwestie. Tjahnibok wordt door Brand aangewezen als de hoofdverantwoordelijke voor de afpersing. Die noemt dat ''nonsens''. Nalivaitsjenko reageert fel als hij door de redactie van de Kyiv Post wordt benaderd. ''Dit is compleet nonsens. Ik roep Interpol en de Nederlandse politie op om de werkelijke schuldigen op te sporen.''

Bron: Kyiv Post

Geen opmerkingen: