Opnieuw hebben onderhandelingen van de Europese Unie, Oekraïne en Rusland over de gevolgen van het associatieverdrag voor Rusland niets opgeleverd. Er werden in Brussel wel enkele praktische oplossingen aangedragen, zodat de deur nog niet helemaal dicht is gegooid. De bereidheid om verder te praten is er bij alle drie de partijen, zo blijkt uit een gezamenlijke verklaring.
De drie partijen kwamen op 11 juli vorig jaar voor het eerst bijeen op ministerieel niveau. Inmiddels zijn er dertien overlegrondes in Brussel geweest, waarvan vier met de betrokken ministers. Het is nog steeds de bedoeling dat het associatieverdrag op 1 januari 2016 in werking treedt.
De Russische minister Alexej Oeljoekajev van Economische Zaken zei echter na afloop van de bespreking dat hij dit jaar niet meer tot een akkoord met de EU en Oekraïne verwacht te komen. ''In dat geval zeggen we het huidige vrijhandelsakkoord met Oekraïne op.''
Ook Europees commissaris Cecilia Malmström moest erkennen dat ''de tijd snel opraakt'', want het is toch echt de bedoeling dat het associatieverdrag en het daaraan verbonden vrijhandelsakkoord op 1 januari in werking treedt. Tegelijkertijd stelde zij vast dat het verschil van mening over het associatieverdrag in een breder verband gezien moet worden en dat het nog maar de vraag is of Rusland daadwerkelijk tot een akkoord wil komen.
De Oekraïense minister Pavlo Klimkin van Buitenlandse Zaken uitte kritiek op Rusland dat gisteren met nieuwe eisen kwam. Sommige daarvan zijn onacceptabel, aldus Klimkin.
Bronnen: Unian, Reuters
Geen opmerkingen:
Een reactie posten