De NAVO moet voorbereidingen treffen om militaire steun aan Oekraïne te geven als Rusland door blijft gaan met het bedreigen van het buurland. Dat zegt Anders Fogh Rasmussen, de voormalige secretaris-generaal van het Transatlantisch bondgenootschap, in een interview met Global Post. Hij vindt dat de lidstaten van de NAVO dat verplicht zijn aan Oekraïne vanwege het Verdrag van Boedapest.
Met dit verdrag uit 1994 deden de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Rusland de toezegging om Oekraïne militair bij te staan als het land zou worden aangevallen. In ruil daarvoor zag Oekraïne verder af van het bezit van kernwapens.
''Natuurlijk hopen we allemaal dat het Akkoord van Minsk tot een politieke en diplomatieke oplossing leidt, maar gezien de inmiddels opgedane ervaringen ben ik niet optimistisch'', zegt Rasmussen in het interview. ''We zien dat het bestand vaak wordt geschonden en ik maak me zorgen dat de separatisten gebruik maken van het staakt-het-vuren en gesteund door Rusland verder terrein winnen.''
De voormalige hoogste baas van de NAVO meent dat er een reëel risico is van een nieuw Russisch offensief om een corridor te creëren vanuit Zuid-Rusland langs de Zwarte Zeekust naar de Krim. Tegelijkertijd constateert Rasmussen ook dat de Russische president Vladimir Poetin in vrijwel alles zijn zin heeft gekregen: de Krim is geannexeerd en er is onrust in Oost-Oekraïne.
''Ik denk dat het nu de bedoeling is om het conflict gaande te houden, waardoor Oekraïne zwak blijft en het land weg wordt gehouden bij de EU en de NAVO. We zullen er nog een hele tijd mee te maken hebben'', zegt Rasmussen. Hij vindt dat het Westen daarom de druk op Rusland moet houden, eventueel met nieuwe economische sancties.
Bron: Global Post
Geen opmerkingen:
Een reactie posten