Raketaanval op rebellenleider Poesjilin in Donetsk

Het hoofdkwartier van de door Rusland aangestuurde rebellen in de bezette stad Donetsk is vanmorgen beschoten met raketten. De zelfbenoemde premier Denis Poesjilin van de 'volksrepubliek Donetsk' zou ongedeerd zijn gebleven. V

olgens het persagentschap DNA werd de bovenste verdieping geraakt door 'vier of zes' raketten die werden afgevuurd vanuit het dorp Orlivka dat in handen is van het Oekraïense leger. Er zouden vier burgerslachtoffers zijn gevallen. 

Bron: Donetsk News Agency

Russische versterkingen naar kerncentrale

Het Russische leger haalt steeds meer militair materieel naar de kerncentrale van Zaporizja. Dat meldt Energoatom, het bedrijf dat eigenaar is van de centrale. Gisteren werden weer twee pantserwagens en zes speciale en opvallende trucks naar de kerncentrale gebracht. 

Er zouden nu zo'n veertig militaire voertuigen en wapens aanwezig zijn.Zestien pantserwagens staan voor reactor 1, zeven bij reactor twee. Ook zouden er twaalf militaire voertuigen geparkeerd zijn bij de steigerbrug. Er zouden ook meer soldaten zijn gekomen, 'van het ruige soort' en sommigen dragen bivakmutsen, aldus Energoatom vanochtend.

Het Institute for the Study of War (ISW), een Amerikaanse denktank op defensiegebied, zegt dat Rusland bezig is voorbereidingen te treffen voor een aanval op de kerncentrale waarvan het Oekraïense leger de schuld moet krijgen. Rusland heeft voor vandaag een spoedzitting aangevraagd van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over de situatie bij de kerncentrale.

Bron: Ukrajinska Pravda

Extra steun Nederland voor strijd en wederopbouw

Minister Kajsa Ollongren op het vliegveld Hostomel.

Nederland biedt Oekraïne extra steun voor de strijd en de wederopbouw van het land. De ministers Kajsa Ollongren (Defensie) en Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) hebben dat gisteren  toegezegd tijdens een gezamenlijk bezoek aan Kyiv. In de voorsteden Irpin en Boetsja zagen ze de verwoestingen die de Russische agressie heeft aangericht. Ollongren bezocht ook vliegveld Hostomel, waar begin dit jaar hard is gevochten.

In Kyiv spraken ze met diverse leden van het Oekraïense kabinet. Beide bewindslieden benadrukten dat het kabinet Oekraïne met alle mogelijke middelen blijft steunen. Daarbij gaat het niet alleen om middelen die nodig zijn om de strijd te kunnen voortzetten. Ook werd de Oekraïense autoriteiten gevraagd waaraan behoefte is om de bevolking te helpen en het land weer op te bouwen, in het bijzonder in de steden Cherson, Odesa en Mikolajiv.

Ollongren sprak onder andere met de Oekraïense minister van Defensie Oleksii Reznikov en zijn collega Joelia Sviridenko voor Veteranenzaken.

Sinds het begin van de oorlog heeft Nederland voor ruim 210 miljoen euro (boekwaarde) aan materieel, wapens, munitie en uitrusting geleverd. Minister Ollongren zegde toe Oekraïne op dit gebied te blijven steunen. Ook bood ze aan kennis en ervaring te delen met betrekking tot zorg voor veteranen.

Bron: Nederlandse ministerie van Defensie

Rusland wil Veiligheidsraad bijeen om kerncentrale

Rusland heeft gevraagd om een spoedzitting van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over de situatie in en rond de kerncentrale van Zaporizja. Het Russische parlement, de Doema, wil er donderdag een zitting aan wijden. Rusland zegt dat het Oekraïense leger regelmatig de Russische soldaten beschiet die de kerncentrale al sinds maart bezet houden, wat door het Oekraïense leger wordt ontkend. 

Het is intussen onduidelijk hoe de situatie in Europa's grootste kerncentrale werkelijk is. Er is sprake van dat de honderd Oekraïense medewerkers voor onbepaalde tijd verlof hebben gekregen en dat medewerkers van het Russische Rosatom hun werkzaamheden hebben overgenomen. 

Het zou de bedoeling zijn om de kerncentrale van het Oekraïense elektriciteitsnet af te halen, tijdelijk van stroom te voorzien met generatoren en dan weer aan te sluiten op het elektriciteitsnet van de door Rusland geannexeerde Krim. Bij de beschietingen, volgens Oekraïne het werk van het Russische leger zelf, zouden twee stralingsmeters kapot zijn gegaan en er zou radioactief koelwater lekken. 

Tegelijkertijd meldt burgemeester Dmitro Orlov van de nabijgelegen stad Enerhodar dat er geen verhoogde radioactieve straling wordt gemeten. Wel heeft hij uit voorzorg 25.000 jodiumtabletten gekregen. 

De Franse president Emmanuel Macron liet vrijdag weten dat een team van onafhankelijke experts van het International Atomic Energy Agency toestemming van de Russische president Vladimir Poetin heeft om de kerncentrale van Zaporizja te bezoeken. Er is echter nog geen team onderweg.

Bronnen: Ukrinform, Interfax

'Al bijna 9.000 Oekraïense soldaten gesneuveld'

Bijna 9.000 Oekraïense soldaten zijn gedood sinds het begin van de Russische invasie. Dat heeft de Oekraïense opperbevelhebber Valeri Zaloezhni gezegd tijdens een forumdiscussie. Zaloezhni wees er op dat er veel aandacht moet zijn voor de kinderen. 

'In deze oorlog nemen niet alleen militairen en niet alleen degenen die de wapens hebben opgenomen deel aan deze oorlog', aldus Zaloezhni. 'Jonge kinderen, die zich nergens schuldig aan maken, behalve dat ze hier en in deze tijd zijn geboren. Die niets begrijpen niet wat er gebeurt. Ze hebben onze bescherming nodig als ze wonen in bijvoorbeeld Soledar, Bachmoet en Velika Novosilka. Maar ook omdat hun vaders naar het front zijn gegaan en misschien wel behoren tot de bijna 9.000 soldaten die zijn gesneuveld in de strijd.'

Bron: Interfax

Een op drie Oekraïners zonder werk door oorlog

Veel Oekraïners zijn gevlucht voor de oorlog.

Terwijl de soldaten in de frontlinie tegen Rusland vechten, strijden de medewerkers van de Oekraïense arbeidsbureaus hun eigen strijd: het vinden van banen voor de honderdduizenden mensen die nu werkloos zijn als gevolg van de oorlog. Het werkloosheidscijfers is volgens de Nationale Bank in het afgelopen halfjaar verdrievoudigd naar 35 procent, ofwel 5,2 miljoen Oekraïners. De International Labor Organisaties schat het aantal werklozen op bijna 4,8 miljoen, of ongeveer 30 procent van de vooroorlogse werkgelegenheid in Oekraïne.

Experts zeggen dat deze cijfers nauwelijks een echt beeld kunnen geven van de werkloosheid in het land. De oorlog heeft duizenden bedrijven vernield of gedwongen te sluiten, terwijl de werknemers zijn gevlucht. Sinds het begin van de Russische invasie op 24 februari zijn ongeveer 10 miljoen Oekraïners, meer dan een derde van de bevolking, vertrokken naar veiliger oorden. 

Tetjana Pashkina, een expert op het gebied van de Oekraïense arbeidsmarkt, zegt dat veel mensen zonder werk op papier nog steeds officieel in dienst zijn bij hun werkgever. Gedurende de eerste zes maanden van dit jaar bedroeg het aantal officieel geregistreerde werklozen slechts 656.000, wat 23 procent minder is in vergelijking met 2021 en ver verwijderd van de miljoenen mensen die volgens de Nationale Bank hun baan hebben verloren tijdens de oorlog.

Volgens Pashkina konden veel mensen zich niet als werkloos laten registreren omdat ze overhaast naar het buitenland vluchtten, vaak zonder goede identiteitspapieren. Bovendien werkte naar schatting bijna een vijfde van de 15 miljoen mensen van achttien tot zestig jaar op de vooroorlogse arbeidsmarkt in de schaduweconomie. In sommige sectoren, zoals handel, landbouw en bouw, varieerde het aandeel onofficieel werkende mensen tussen de 40 en 60 procent, aldus Pashkina.

De arbeidsmarkt in het midden en westen van Oekraine is zich langzaam aan het herstellen. Volgens Arthur Mihno, CEO van Work.ua, het grootste online platform voor het zoeken naar werk in Oekraïne, is het aantal vacatures in juli met 14 procent gestegen ten opzichte van de vorige maand, tot meer dan 40.000 vacatures. Voor de oorlog waren er in de zomer meestal al minder vacatures. Het aantal vacatures bedraagt ​​echter nog steeds slechts 38% van het vooroorlogse cijfer. Voor de Russische invasie varieerde het aantal vacatures op vacaturesites van 100.000 tot 120.000. Momenteel ligt dat op 35.000 tot 40.000.

In oostelijke regio's, die voorheen bekend stonden om de metaalindustrie en mijnbouw, zijn er door de hevige vijandelijkheden bijna geen vacatures. Het door oorlog verscheurde Kharkiv, ooit een van de drukste steden voor zaken en onderwijs in het land, heeft een bescheiden 670 vacatures, veertien keer minder dan Kyiv. Tegelijkertijd heeft het aantal in West-Oekraïense regio's, zoals Lviv en Ivano-Frankivsk, al optimistisch 80 procent van de vooroorlogse cijfers bereikt, voornamelijk in de hotel- en restaurantindustrie.

Volgens een rapport van de European Business Association zijn de lonen in sommige bedrijfstakken al met 50 procent verlaagd. Ondertussen is de inflatie opgelopen tot 20,1 procent.

Bron: The Kyiv Independent

Ruim 40 procent Oekraïners aan het werk

Ruim vier op de tien Oekraïners die naar Nederland zijn gevlucht voor de oorlog in hun land, hebben hier werk gevonden. Dat blijkt uit cijfers die BNR heeft opgevraagd bij het UWV. Gewoonlijk moeten mensen van buiten de EU een speciale werkvergunning hebben, maar voor Oekraïners is deze regel aangepast.

Uit de cijfers blijkt dat vooral in de horeca en land- en tuinbouw veel gevluchte mensen uit Oekraïne aan het werk zijn. Het gaat om ruim 31.000 Oekraïense vluchtelingen, die zijn aangemeld bij het UWV. Een groot aantal mensen, zegt Liesbeth van Amersfoort van het UWV. 'We zijn uitgegaan van een veel lager aantal.' 

Normaal gesproken moet voor iemand buiten de EU een werkvergunning worden aangevraagd, voor Oekraïners is deze maatregel geschrapt. Wel is er een meldplicht, bijvoorbeeld voor de arbeidsinspectie en met de melding kan het UWV registreren hoeveel vluchtelingen aan het werk zijn. 

Volgens Thijs Reuten, Europarlementariër van de PvdA, voorziet de stroom vluchtelingen in een behoefte, maar wordt vooral een breder probleem blootgelegd. 'Mensen die voor oorlog vluchten en wat willen doen zijn meer dan welkom, en kunnen een positieve bijdrage leveren.' Er is volgens het UWV veel vraag om personeel, tijdelijk of voor langere termijn en dus ook seizoensarbeiders', zegt Van Amersfoort. 

Uit een eerdere publicatie van het CBS blijkt dat statushouders gemiddeld pas na ruim vijf jaar aan het werk kunnen gaan. Door een tijdelijke aanpassing van Europese regels specifiek voor vluchtelingen uit Oekraïne, kunnen deze mensen veel sneller aan het werk. In geval van Nederland dus al binnen een half jaar. 

Bron: BNR