De militaire inlichtingendienst van Estland verwacht dat het Oekraïense leger zich tegen het einde van het jaar genoodzaakt is om zich terug te trekken uit de stad Pokrovsk. Plaatsvervangend commandant Janek Kesselman van het Estse Centrum voor Militaire Inlichtingen zegt in een interview met de nieuwssite ERR dat het Russische leger druk blijft uitoefenen.
Er zijn dagelijks zo'n 167 aanvallen van de Russen, waarvan bijna de helft langs de frontlijn in de provincie Donetsk. 'De stad Pokrovsk vormt daarbij het hoofddoel. De Russische troepen daar zijn afgelopen week een tot twee kilometer opgeschoven, zodat de afstand tot de stad nu tussen de vijf en zeven kilometer is.' De situatie in Pokrovsk is intussen onleefbaar geworden. Publieke voorzieningen werken niet meer en veel inwoners zijn daarom ook al vertrokken.
Het Institute for the Study of War (ISW) gaf na de Oekraïense terugtrekking uit het stadje Voehledar aan dat dit voor de Russen weinig voordeel oplevert. Kesselman houdt er een andere mening op na. 'De Oekraïense eenheden daar hebben nieuwe defensieve posities ingenomen, zo'n zeven tot acht kilometer ten noorden van Voehledar. Nu Oekraïne zich uit Voehledar heeft teruggetrokken, valt te verwachten dat de situatie daar gaat escaleren.'
Over de situatie in de Russische provincie Koersk zegt luitenant-kolonel Kesselman dat het Russische leger meer troepen aanvoert, wat er op duidt dat een tegenoffensief ophanden is.
Bron: European Pravda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten