Het tot zinken brengen van het Russische marineschip Moskva op 14 april 2022 zorgde voor zowel woede als paniek bij de Amerikanen die ongewild de Oekraïense marine attendeerden op het vlaggenschip van de Russische Zwarte Zeevloot. De New York Times beschrijft hoe dat in z'n werk ging.
Terwijl Amerikaanse en Oekraïense marineofficieren routinematig radarbeelden bekeken, doemde er plotseling een onverwacht object op. Een voormalige hoge Amerikaanse marineofficier legt uit hoe dat ging: 'De Amerikanen zeiden: 'Oh, dat is de Moskva! En de Oekraïners reageerden: 'O mijn God. Heel erg bedankt. Dag.'
De ondergang van de Moskva liet zien waartoe de Oekraïners in staat waren, maar zorgde ook voor wrijving met de Amerikanen. Oekraïne bleek over raketten te beschikken met een grote reikwijdte dan gedacht, terwijl de regering-Biden niet van plan was geweest om de Oekraïners in staat te stellen dit symbool van Russisch machtsvertoon aan te vallen.
Het liep toch al niet lekker. Toen Amerikaanse generaals na de Russische inval voorstelden om hun Oekraïense collega's te helpen, kregen ze te maken met wantrouwen. 'Wij vechten tegen de Russen, jullie niet. Waarom zouden we naar jullie luisteren', zou Oleksandr Sirski hebben gezegd tijdens een eerste ontmoeting.
Sirski was destijds de aanvoerder van de Oekraïense grondtroepen, inmiddels is hij de hoogste militair van het land. Hij zou overigens snel van gedachten zijn veranderd want de Amerikanen konden inlichtingen geven over de situatie op het slagveld, iets wat de Oekraïners zelf niet konden.
De Amerikaanse generaal Christopher Donahue en een aantal van zijn ondergeschikten gaven Sirski en zijn stafofficieren per telefoon informatie door over Russische troepenbewegingen. Dat gebeurde op een informele basis, terwijl al snel bleek dat sprake was van rivaliteit tussen generaal Sirski en zijn superieur generaal Valeri Zaloezjni. De laatste veronderstelde dat Sirski de Amerikaanse inlichtingen vooral voor zichzelf hield.
De situatie werd nog gecompliceerd door de moeizame verhouding tussen Zaloezjni en zijn Amerikaanse evenknie generaal Mark A. Milley die de leiding had over de generale staf. Milley plaatste geregeld vraagtekens bij Oekraïense verzoeken om wapens of om inlichtingen over de situatie aan het front. Zaloezjni liet vaak een akelige stilte vallen in telefoongesprekken en van tijd tot tijd nam hij simpelweg de telefoon niet op.
Om toch in gesprek te blijven, zette het Pentagon een telefoonketen op. Een medewerker van Milley nam dan contact op met generaal-majoor David S. Baldwin, hoofd van de Nationale Garde in California. Die belde vervolgens Ihor Pasternak in Los Angeles. Paternak, oorspronkelijk afkomstig uit Lviv, had banden met Oleksii Resnikov, destijds minister van Defensie. Reznikov spoorde dan generaal Zaloezjni op en zei hem: 'Ik weet dat je Milley niet mag, maar je moet hem echt bellen.'
Bron: Oekrajinska Pravda