Oekraïne voert steeds vaker droneaanvallen uit op Russische olieraffinaderijen en exportfaciliteiten. Daarmee treft het direct de economie van Moskou. Volgens Oekraïne is het doel het Russische leger brandstof te ontnemen en het Kremlin van olie-inkomsten af te snijden. Westerse bondgenoten waarschuwen echter dat zulke aanvallen de wereldwijde brandstoftoevoer kunnen verstoren.
Vrijdag nog meldde Oekraïne dat installaties waren geraakt die bijna de helft van de Russische zeetransporten van olie verwerken. De aanval met meer dan 200 drones in de regio Leningrad volgde kort na eerdere aanvallen op raffinaderijen die belangrijk zijn voor de binnenlandse brandstofvoorziening.
De getroffen fabrieken zijn cruciaal voor het Europese deel van Rusland, waar tweederde van de bevolking woont. Door de aanvallen moesten grote installaties tijdelijk sluiten voor reparaties. Daardoor viel de Russische raffinagecapaciteit terug naar het laagste niveau sinds mei 2022. Het Internationaal Energieagentschap schat bovendien in dat in augustus dagelijks 250.000 vaten aan capaciteit wegvielen, ongeveer 5 procent van het totaal. Sommige schattingen liggen nog hoger.
Tekorten die eerst in afgelegen gebieden voorkwamen, komen nu dichter bij Moskou. Hoewel kleine distributeurs zonder eigen productie nog het zwaarst worden geraakt, kunnen ook grotere maatschappijen problemen krijgen. Het staat in contrast met de eerste oorlogsjaren, toen vooral kleine raffinaderijen in Zuid-Rusland doelwit waren, en de schade beperkt bleef.
Bron: BNR Nieuwsradio






