Rusland heeft volgens het Institute for the Study of War (ISW) noodgewongen het beleid ten aanzien van de Krim aangepast. Er zijn luchtverdedigingssystemen verplaatst van het schiereiland naar de Russische grensprovincie Belgorod vanwege de voortdurende Oekraïense aanvallen op militair belangrijke doelen van de Russen. Het gevolg is wel dat de Krim nu onvoldoende beschermd is tegen Oekraïense aanvallen.
Ook nemen de Russen een risico door de transporten van brandstoffen en munitie over de railbrug van het vasteland naar de Krim te hervatten. Uit vrees voor Oekraïense aanvallen met raketten en (zee)drones op de Krimbrug werden die treintransporten in maart stilgelegd om een herhaling van 8 oktober 2022 te voorkomen toen een trein met brandstofwagons bij een aanslag in brand vloog. Nadat Oekraïne de veerhavens bij de stad Kertsj op de Krim op 30 mei had vernield werd het transport met roll on-roll off ferries noodgedwongen stilgelegd.
'Het is onduidelijk of Rusland de spoorwegbrug over de Straat van Kertsj nu blijft gebruiken voor logistieke transporten op de korte of middellange termijn', aldus het ISW. Het deels weghalen van de luchtverdediging van het schiereiland, zoals de Oekraïense verzetsbeweging Atesh zegt, maakt de Krimbrug juist weer kwetsbaarder. Toch zal Rusland moeten kiezen, want volgens het ISW zal het niet meevallen om de op 30 mei verloren gegane veerboten te vervangen.
Bron: Oekrajinska Pravda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten